Summary: Er zijn veel factoren die van invloed zijn op de ontkoppeling. Om de ontkoppeling minder te maken, moet de machine ho...
Er zijn veel factoren die van invloed zijn op de ontkoppeling. Om de ontkoppeling minder te maken, moet de machine horizontaal en stabiel worden geparkeerd en moet de jitter tijdens bedrijf klein zijn; de spindelrotatie moet licht zijn; de opening tussen de onderdelen moet klein zijn; De parameters van de punten zijn correct); de doorgangen en gaten moeten glad zijn; de volgende zijn enkele van de meest voorkomende redenen voor het verbreken van de verbinding:
1. Naald
a) De gladheid van de naald is niet genoeg, de naaldgroef en het gat zijn niet goed gepolijst en de naaldpunt is stomp;
b) De naald is verbogen of niet goed geïnstalleerd;
c) De installatiehoek van de naald is verkeerd, de draaddoorvoergroef bevindt zich niet vooraan, deze is te ver naar links of rechts, of de draaddoorvoergroef bevindt zich aan de achterkant;
d) Er zitten hulpstukken (zoals lijm) in het gaatje;
e) De positie van de naaldklemschroef is verkeerd, deze moet aan de voorkant ongeveer 40 graden naar rechts staan;
2. Lijn
a) De kwaliteit van de lijn is slecht, de sterkte is niet genoeg, te hard, te broos en er zijn te veel verbindingen op de lijntoren;
b) Als de draairichting verkeerd is, past u de linkshandige lijn toe;
c) De spanning van de draad is te groot;
d) De lijn is buiten de lijn;
e) De draad komt niet overeen met de naaldmaat;
3. Kabeldoorvoersysteem:
a) De draaddoorvoergaten, draaddoorvoerwielen, draaddoorvoerhaken, draadklemmen, bovenste, middelste en onderste draaddoorvoer, draadophaalhendel, draadopneemveer en andere draaddoorvoerplaatsen zijn ruw of hebben bramen;
b) Er zitten bramen op de naaldhouder en naaivoet;
c) De gaten in de steekplaat zijn ruw of hebben bramen;
4. Roterende haak: a) Krassen op de haak of de opening is te groot;
b) Er zijn krassen op het oppervlak van het spoelhuis;
c) Het spoelhuis en de haak zijn vervormd;
d) Er zitten krassen op de positioneringsstang;
e) slechte smering;
5. Parameters (installatielocatie)
a) De onderste dode punt van de naaldstang (172 graden);
b) De hoeveelheid haakdraad (196 graden);
c) De hoogte van de naaldstang (het midden van het naaldgat bevindt zich op het binnenvlak van de haak op 172 graden);
d) Oproltijd (286 graden);
6. Het patroon is te dicht of chaotisch.3